De pandemie mag dan op de achtergrond kalmeren, de schokgolven in de reisbranche zijn verre van voorbij. Nu heeft Booking.com, ooit een van Neerlands meest glorieuze groeibriljanten, besloten om meer dan 10 procent van het personeel aan de kant te zetten. Dat komt neer op een forse 1.750 medewerkers wereldwijd. Wie nog steeds dacht dat de tijden van onhoudbare groei altijd door zouden blijven razen, wordt ruw wakker geschud.
De reisgigant krimpt mee met de markt
Met 17.500 werknemers wereldwijd heeft Booking.com zich jarenlang gelaafd aan de exponentiële groei van vakantie en citytrips. Maar sinds de coronacrisis is alles anders. Reizen is niet langer een vanzelfsprekend mensenrecht, maar een logistieke puzzel met quarantaines, versplinterde regelgeving en tanend consumentenvertrouwen. In deze meedogenloze markt heeft zelfs een industrie-icoon als Booking.com geen keuze meer. “Wij moeten mee transformeren met de nieuwe realiteit,” klinkt het nuchter vanuit het hoofdkantoor in Amsterdam. Het is een eufemisme voor harde reorganisatie.
De cijfers liegen niet
Om het even scherp te maken: waar het bedrijf in 2019 nog recordomzetten meldde, zorgde COVID-19 voor een dramatische ineenstorting. In het tweede kwartaal van 2020 zagen we de omzet wereldwijd met ruim 80 procent kelderen. Die klap is niet zomaar ingelopen, ondanks enig herstel in 2021 en 2022. De realiteit is dat de structurering van de branche anders én kleiner zal moeten. Een poging om dit met ‘vrijwillige’ vertrekregelingen en natuurlijke uitstroom te verzachten is nobel, maar verandert niets aan het feit dat ruim één op de tien medewerkers het schip verlaat.
Symptoom van een grotere ziekte
De ingreep van Booking.com is geen incident, maar een symptoom van een ruimere sectorcrisis. Wereldwijd zijn airlines, hotelketens en touroperators nog steeds bezig met noodverbanden aanleggen. Investeerders aarzelen, consumenten tellen hun knopen voordat ze weer tickets boeken. Digitalisering, ooit de groeimotor bij uitstek, biedt in dit klimaat meer ontslagbrieven dan nieuwe carrièreperspectieven.
Impact voorbij de bedrijfspoort
Voor Nederland, dat Booking.com tot de kroonjuwelen van zijn techsector rekent, zijn dit onmiskenbaar donkere wolken. De banenkrimp raakt niet alleen programmeurs en accountmanagers, maar heeft zijn weerslag op de hele Amsterdamse kenniseconomie. Lokale dienstverleners, toeleveranciers en koffietentjes rond de kantorengordel voelen de wind mee tegenstaan. Het zijn nu niet langer enkel piloten en stewardessen die hun leven opnieuw moeten uitvinden, maar ook de architecten van het online reisboekingsimperium.
Wat blijft er over?
Booking.com belooft haar vertrekkende medewerkers begeleiding richting nieuw werk, maar kent het speelveld. De concurrentie is moordend, de rek is uit de branches die afhankelijk zijn van grenzeloze mobiliteit. Wie overblijft doet dat niet omdat Booking.com nu plots kleiner en wendbaarder wil zijn, maar omdat de markt een harde snoei verlangt.
In een sector die de laatste jaren synoniem stond voor grenzeloze groei, is het plots tijd voor nuchtere rekensommen en realiteitszin. Booking.com laat zien: ook digitale reuzen ontkomen niet aan economische zwaartekracht. Wie niet mee krimpt, krimpt in op relevantie. Welkom in het post-coronatijdperk.