Het klinkt als een droom op houtgestookte pootjes: je eigen sauna, op een steiger, in een bos, of gewoon in de stad, volledig zelfbediend en zonder gezeur. Kuuma weet hoe ze dat beeld moeten verkopen. En eerlijk is eerlijk: ze doen het goed. De startup probeert middels een crowdfundingcampagne minimaal €250.000 op te halen. Daarmee willen ze hun ‘wilde sauna’s’ verder uitrollen. Maar hoe houd je een concept dat leunt op vrijheid, eenvoud en locatiebeleving schaalbaar én winstgevend?

Een warme niche, maar hoe groot is die markt écht?

Sinds 2022 groeide Kuuma van een omzet van krap €54.000 naar ruim €819.000 in 2024. Dat is indrukwekkend. Maar cijfers zonder context zeggen weinig. Hoeveel daarvan is structurele omzet, en hoeveel komt voort uit tijdelijke pieken, bijzondere locaties of media-aandacht?

Het concept is sterk: geen wellnessketen, geen bubbelbad met bubbels uit de horeca. Nee, dit is rauw en puur. Hout, hitte en een goed uitzicht. Maar wie zijn die gebruikers precies? Zijn het stedelijke avonturiers met een flex-abonnement en een liefde voor Scandinavisch minimalisme, of is er breder draagvlak? En wat gebeurt er als de ‘hype’ overwaait?

Van drijvende sauna’s naar vaste grond

De ambities liegen er niet om. Met het opgehaalde geld willen de mannen achter Kuuma vier nieuwe sauna’s realiseren. Twee in het westen van Nederland, één drijvend model en een extra mobiele unit. Daarmee moet het netwerk van ‘hot spots’ verdubbelen. Goed nieuws voor liefhebbers. En voor investeerders, zou je denken.

Maar de vraag blijft: hoe schaalbaar is dit? Zelfbediening klinkt efficiënt, maar vraagt ook om onderhoud, schoonmaak, logistiek en toezicht. Kuuma zegt dat hun modulaire bouw en slimme software dit ondervangt. Toch: meer sauna’s betekent meer werk, en dus meer kosten. Blijft de balans gezond?

Wie investeert, wil rendement. Krijgt hij dat ook?

Kuuma kiest voor een leningconstructie met rendement voor investeerders. Dat klinkt aantrekkelijk, en gezien het bedrag dat is opgehaald, waren veel mensen overtuigd. Maar hoe robuust is het verdienmodel? Met seizoensinvloeden, weersafhankelijkheid en steeds strenger wordende regels voor publieke ruimte, is het risico zeker niet nul.

Toch is er iets aan het merk Kuuma dat vertrouwen wekt. Misschien is het de positionering; stijlvol, eerlijk, helder. Misschien zijn het de locaties; zorgvuldig gekozen, met gevoel voor landschap en sfeer. Of misschien is het gewoon het momentum: mensen snakken naar onthaasting, maar willen daar niet voor in een wellnesspaleis op hun slippers tussen de saunahoeden zitten.

De oprichters: meer dan jongens met een goed idee

Daan Grooten, Willem Buijs, Ingmar Daams en Michael Huiskamp vormen het viertal achter Kuuma. Geen types met een businessplan uit een boekje, maar ondernemers met een scherpe neus voor beleving en cultuur. Ze combineren ontwerp met duurzaamheid, techniek met community. Dat zie je terug in alles, van branding tot de locatiekeuzes.

Hun verhaal klopt. Ze noemen het ‘rebels’, maar achter de schermen lijkt er stevig te zijn nagedacht over structuur, groei en positionering. De vraag is alleen: kunnen ze dat volhouden als ze straks geen vier maar veertig sauna’s beheren?

Conclusie: warm concept, maar de echte test komt nog

Kuuma laat zien hoe je met een goed idee, een sterk merk en slimme marketing een niche kunt veroveren. Ze doen het met stijl en met visie. De crowdfundcampagne is een succes en de groeiplannen zijn ambitieus. Maar de echte vraag is: hoe houd je het vuur brandend als de rook is opgetrokken?

Voor nu lijkt Kuuma een van de weinige startups waar je letterlijk en figuurlijk warm van wordt. Maar zoals bij elke groeispurt geldt: pas op voor verbranding. En blijf goed ventileren.